Ky ei zuba

Mandalay en de groeiende Budha inmiddels achter ons gelaten en verder ri Bagan. Van Mandalay naar Bagan is weer een “stukje” van 234 km waar we 5 uur over gaan doen, meeste wegen lopen hier toch wel door de bergen en zijn enkelbaans, daar waar het land vlak is zijn het vaak tolwegen en zijn ze twee baans maar gemiddeld haal je niet meer dan ca. 50 km in een uur. Aangekomen in Bagan wacht ons het prachtige hotel "Umbra Hotel" met een mooie infinity pool, we gaan gelijk maar even bij het zwembad zitten en nemen een heerlijke Myanmar lager met springrolls. Tun onze gids komt nadat ook het Franse koppel is aangeschoven het programma van de volgende dag met ons doornemen, zowel Paul en ik als het Franse koppel voelen weinig voor de tour die Tun voor ons uitgedacht heeft, niet omdat het niet mooi zou zijn maar meer omdat je dan weer de hele dag in het busje moet zitten en er weer in en er weer uit enz. enz., de bezienswaardigheden liggen allemaal in een straal van zo’n 5 km dus je hebt er ook niet echt een busje voor nodig! We besluiten een paar e-scooters te reserveren voor de volgende dag, daar ben je tenslotte lekker flexibel mee en kan je alle wegen mee berijden. S’ avonds heerlijk in het “dorp” gegeten, ja ik zei al de Birmezen hebben net als de Thai prima door wat de toerist wil en passen hun product daar graag op aan, van home made pasta via Birmees en Thai food naar westerse hamburgers, ik hou het bij een heerlijke stir fried vegetable in oyster sauce met steam rice en wat gesneden chilly  en Paul neemt een heerlijke vegetarische tomato spaghetti, alles in combinatie met Myanmar Lager en voor Paul natuurlijk wijn. Stipt om 9 uur gaan we met de e-scooter op pad, nou dat wil best wel zo’n e-bike zoals ze dat hier noemen (weinig zelf fietsen overigens) er zitten ook nog versnellingen op! 1, 2 en 3 voor resp. 40, 50 en 60 km/uur best wel snel dus. Ik besluit hem voorlopig in stand 1 te laten staan, de eco-stand en zodoende wellicht stroom voor de hele dag! Wow wat een tempels en Pagodes hier echt niet voor te stellen de ene nog groter dan de andere we maken aan de hand van de papieren kaart (lekker old school) een rondje langs de meest noemenswaardige tempels en Pagodes, Hollands als we zijn gaan we daar waar we moeten betalen natuurlijk niet naar binnen, tja er zijn er genoeg dus dan gaan we wel naar een andere die gratis is. We gaan wel even langs de tempel-uitkijk toren en verbazen ons hier hoeveel tempels er in de omtrek te zien zijn, on-ge-lo-fe-lijk veel! Bagan is na Angkor Wat in Cambodia de meest populaire plaats om tempels te bekijken er zijn er hier zo veel en ja er zijn dus ook heel veel toeristen hier. Na tempel nr. zoveel besluiten we nog even naar de jetty langs de rivier te rijden, hier gaan de mensen met kleine bootjes over om boodschappen te doen op de lokale markt, alles gaat mee op de bootjes van complete Birma teak ameublementen tot brommers waar het dan weer over land mee vervoerd wordt. Het is inmiddels 12 uur en Paul besluit terug te gaan naar het hotel om daar lekker aan de pool te gaan liggen, ik vind het nog iets te vroeg daarvoor en besluit nog wat verder te “cruisen” op mijn e-scooter. Ergens langs de weg valt mijn oog op een kleurrijk gebeuren bij Pagoda nr. 431, er blijkt een soort volksdansfeest gaande te zijn en ik wil graag wat foto’s maken van de authentieke klederdracht waarin de dames aan het dansen zijn. Gelijk wordt ik als “lange” Farang uitgenodigd om mee te doen met het dans festijn en ja als je een foto wil moet je natuurlijk wel even mee dansen. Bij de Birmezen en ook bij de Thai overigens gaat het bij dansen vaak om het “handen en vingerwerk” best wel moeilijk met die handjes en die vingertjes! Na een minuut of twee krijg ik een beetje kramp in mijn vingers van het “vingerwerk” en besluit maar weer verder te rijden. Ik kom langs een lokale mark waar zowaar een hele straat gevuld is met Birmees teak meubels, ergens staat een marktkoopman zijn net nieuw aangeleverde bedden nog even na te schuren, ik ga er dichterbij staan om even te checken of het wel echt teak is en ja de geur is onmiskenbaar van teakhout, heerlijk! Fletch daar mist een donker rode rochel op een haar na mijn blote voet in m’n teva, de schurende timmerman spuugt zijn pruimtabak uit naast mijn voet en z’n bed bodem in 't zand en kijkt verbaast hoe de spetters van de kwat vlekken op zijn mooi geschuurde teak hebben veroorzaakt. Hij kijkt mij aan en ik denk bij mezelf: tja dat heb je toch echt zelf gedaan maat! Hij haalt zijn schuurmachine nog eens over de vlekken heen en met z’n teenslipper wordt er wat aarde over de kwat verspreid zodat je het wat minder ziet en verder vindt ie ‘t geloof ik wel best en ik trouwens ook. Ik ga wat verder over de lokale markt en verbaas me over het aantal speelgoedkraampjes met een enorm arsenaal aan speelgoed wapens van plastic AK47’s tot revolvers en Uzie’s aan toe, hoe wil je hier in godsnaam een werkende democratie van maken als je ze in de wieg al een wapen geeft. Ik verlaat de markt en zie nog een Pagoda met een Bougainville er naast, dit moet een mooi plaatje worden! Ik kijk nog even op de beschrijving van de Pogada en zie nr. 891. Ik geloof dat ik een klein Tempel griepje voel opkomen of is het een lichte Pagoda intolerantie……ik heb dringend vitamine “B” nodig, koud en met een klein schuimkraagje en ja het is inmiddels bijna 4 uur dus een mooie tijd om ook nog even aan het zwembad te zitten met wat vitamine “B”. Aangekomen bij het zwembad is Paul inmiddels ook al uit zijn middagslaapje ontwaakt en bestellen we wat vitamine “B” en wat heerlijke springrolls. Morgen door naar Nyaung Shwe langs het lake Inle om daar nog wat oude tempel en pagoda complexen te bekijken (gelukkig tussendoor een dagje rijden en daarna wat vitamine “B” innemen want dan kan m’n “griepje” iets zakken). Aangekomen in Nyaung Shwe geeft Tun weer een briefing wat we de volgende dag kunnen verwachten, het wordt een dagje op de boot om een aantal bezienswaardigheden rond het meer te bekijken. Vertrek is om 9 uur want het wordt wel een “tourtje” van 8 uur. We gaan eerst naar Inn Dein hier staat een tempel complex met heel veel oude en nieuwe tempels en pagodes door elkaar heen, een enkele is gerestaureerd maar er staan er ook bij waar je niet tegenaan zou durven leunen omdat ze anders omvallen, het is zo’n prachtig gezicht al die verschillende kleuren rood en bruin dat mijn “Pagoda Intolerantie” spontaan verdwenen is, ook dit heeft weer veel weg van Angkor Wat alleen er is hier wel veel werk aan de winkel omdat alles van bakstenen gemaakt is en sommige oude exemplaren echt wel op instorten staan, nog een paar 100 jaar en het is alleen nog maar een stapeltje bakstenen. Gelukkig staan er ook nog een paar nieuwe exemplaren bij, die kunnen nog wel even voort. We gaan weer verder naar de  volgende toeristische attractie de “parasol” studio, hier worden op authentieke wijze de origine Birmese parasolletjes gemaakt, erg leuk om te zien hoe behendig de timmerman zo’n parasolletje in elkaar zet. Ik besluit een kleintje mee te nemen met in het achterhoofd er thuis een mooi lampje van te maken. In de “studio” zitten ook twee Long Neck’s die speciaal voor de toeristen (en hun inkomen natuurlijk) naar deze plek zijn gekomen helemaal uit het gebied langs de Thaise grens waar ze origineel vandaan komen. We gaan verder naar de weverij waar van lotus planten draad gesponnen wordt, er worden mooie stukken stof van gemaakt waar dan weer prachtige sjaals van gemaakt worden. Tijd voor de lunch, in een prachtig restaurant op palen langs de rand van het meer hebben we een heerlijke lunch. Hierna nog even door naar het “cat-monestry”, een monestry waar vroeger monniken katten trainden om door een brandende cirkel te springen. Er bleek weinig over van de getrainde katten, wel waren er nog veel gewone katten in het monestry die zichzelf een beetje luierend in de zon lagen schoon te likken. Vandaar dat het nu door de lokale het “laizy cat monestry” genoemd wordt. Hierna terug ri “huis”, we gaan met de boot ri de jetty waar we ’s morgens opgestapt waren, de zon gaat bijna onder en dat geeft op het lake nog even de gelegenheid om wat mooie foto’s te maken. Morgen weer verder en dan is het eigenlijk in 3 dagen door rijden tot we bij de grens met Thailand zijn, we hebben de meeste Hylights van Myanmar gezien, alleen Yangoon nog niet maar dat is dan weer een goeie reden om nog eens terug te keren naar dit prachtige land! “Ky ei zuba”, spreek uit “jeizubah” en betekend dank je wel. HGFP